Zuidkust IJsland: extreme wind en watervallen
Zuidland
Zuidkust in IJsland
Onheilspellende winterstorm
Tijdens onze reis IJsland vertrokken we in een onheilspellende winterstorm van minstens windkracht 10 richting Vik. Uit veiligheidsoverwegingen adviseerde de receptioniste van ons hotel om zo snel mogelijk van A naar B te rijden, zonder de hoogtepunten aan te doen. Rond 08.15 uur reden we met onze huurauto bij het hotel vandaan. Na een bizarre tankbeurt (we woeien met tankdop en al zowat weg) kwamen we al snel oog in oog te staan met de Seljalandfoss waterval. Deze waterval stort van 65 meter hoogte naar beneden. Maar de storm vanuit zee was de waterval nu veel breder dan normaal. Het leek wel een speelse bruidssluier in de breedte. Indrukwekkend!
Onverharde weggetjes
Wind of geen wind: wij besloten naar een andere waterval te rijden, iets verderop op de klif. Wow! De ongehoorde windvlagen en de rauwe ervaring zowat met auto en al te worden meegevoerd, deed ons definitief besluiten dat we dit spectaculair vonden in plaats van eng. En dat we het advies van de receptioniste in de wind zouden slaan. Wij gingen alle natuurhoogtepunten onderweg juist wél bekijken! Expres reden we kleine, onverharde weggetjes in, op zoek naar nóg meer ruigheid.
Robuuste paarden
De kleuren zwart, groen, oranje, geel, grijs wisselden elkaar in het landschap continu af. We zagen ook hoe IJslandse paarden, met wapperende manen, stand hielden in deze storm. Deze shetland-achtige paarden zijn zeer robuust en leken het extreme weer zonder moeite te doorstaan. Niet veel later verwonderden wij ons over de in rotsspelonken gelegen, grotachtige boerderijtjes, die bedekt worden met plaggen en daardoor extra beschut lijken.
Witte stormvogels
Lunchen deden we bij de Skogafoss waterval. Net als de Seljalandfoss stort de Skogafoss van zo’n 60 meter naar beneden. Gemeten vanaf de oorspronkelijke kustrots is de waterval bijna 25 meter breed. Naast de waterval is een trap, waarop je naar boven kunt lopen voor een nog imposanter uitzicht. Verder rijdend zagen we tientallen watervalletjes en mysterieuze, witte stormvogels die rondcirkelen boven de zwarte kliffen. We verkenden het park van de Katla vulkaan; een desolaat landschap met een gletsjermeer.
Niet omvallen
Het meest enerverende van de dag, qua opwinding, was het bezoek aan een rood-wit kerkje dichtbij Dyrholaey. De storm woei hier zo ontzettend hard en onbarmhartig tegen ons aan dat we letterlijk geen stap meer konden verzetten. Op een gegeven moment moesten we gedwongen tegen de kerkmuren leunen om niet om te vallen.
Magische belevenis!
Daarna vervolgden we onze weg naar de klif bij Dyrholaey. Deze basalten klif met vuurtoren was ooit een eiland, maar door uitbarstingen van vulkanen is er nieuw land bijgekomen. Zo is dit eiland nu uitgegroeid tot een indrukwekkende klif, met een gat erin waar je bij eb gemakkelijk met een kano doorheen kunt varen. De weg ernaartoe brengt je over een soort zeedijk. Je bent omringd door water. En aan het eind stijg je meer dan 20% en heb je een onvergetelijk uitzicht op een witte, wild kolkende oceaan. Om zo van boven op een oceaan neer te kijken, in zo’n heftige storm, maak je niet snel weer mee. Magische belevenis!
Black Beach
De wind betekende ook dat onze auto flink bewoog en ik met mijn dieptevrees toch wel wat angstige momenten beleefde. Enfin – verder naar het aansluitend gelegen Black Beach. Door alle kleurcontrasten (zwart, wit, blauw), de basaltkliffen en de grillig gevormde, piepkleine eilandjes is Black Beach waarschijnlijk het meest gefotografeerde strand van IJsland. Tijdens het verblijf op IJsland heb ik twee keer vanaf Vik, in het aardedonker, op dit fascinerende strand hardgelopen, met de bulderende oceaan als mijn beste vriend. (En wat waren we achteraf blij na deze dag dat we niet naar de receptionist hadden geluisterd!)